De vijfde en laatste dag van de Tour de France Orientale is aangebroken. De benen zijn slap, je leest op de gezichten van de renners dat de koers zijn tol eist. We nuttigden een goed ontbijt. De gesuikerde muesli met gesuikerde yoghurt en gesuikerde rozijnen liet ik staan; Bart en ik als sporters op een suikerarm dieet waren erg blij dat we onze eigen suikerloze varianten hadden meegebracht. Na een snelle schoonmaakactie in de herberg en wat groepsfoto's hesen we ons weer op de fiets.
Na de afdaling vanaf de herberg was het meteen weer raak: wederom reed Stephane lek. Dat vond ik niet zo erg, want het gaf mij ook wat tijd om te toolen aan mijn derailleur. Het neersmijten van mijn fiets gisteren aan de finish was toch niet zo handig geweest: derailleur verbogen, versnellingen sloegen over. Gelukkig niet heel ernstig, met wat terugbuigen en stellen werkte het wel weer aardig.
We konden weg voor 98km met 550hm. In het roadbook stond vandaag geen hoogteprofiel; we verwachtten een vlakke etappe met een klimmetje op het eind. Voor het eerst was de damesetappe geheel gelijk met die voor de heren. Er waren ook 2 tussensprints, waar Mark nog zijn zinnen op had gezet voor het ultiem veilig stellen van het groen.
Na 45km geneutraliseerd rijden ging het direct hard aan. De sprint volgde snel. Mark pakte hem, maar dat kostte zoveel energie dat hij niet meekon met het groepje sprinters dat doorreed, weg van het peloton. Voor het eerst hadden we een echte ontsnapping. Aangezien de parcoursen niet zijn afgezet, ben je bij deze race aangewezen op instructies en kaartjes in het roadbook, waardoor de kans op verkeerd rijden groot is en niet veel mensen zich aan een ontsnapping wagen. Onze strategie op dit gebied was om altijd in de buurt van organisator Philip te rijden, die hard reed en ook perfect de route wist.
De groep vooraan nam afstand, en in het peloton viel het stil. 'Les Hollandais' hadden niemand bij de ontsnapping, dus er werd van ons verwacht dat we reden. Bij de ontsnapping zat echter niemand die gevaarlijk was, en er kwam vanmiddag nog een tijdrit aan, dus wij hadden ook niet veel zin om ons leeg te rijden. Af en toe reden we rustig op kop, dan weer speelden de nummers 1 en 2 in het klassement een spelletje met elkaar, en zo langzamerhand kwamen we in de buurt van de 90km. Al met al was het wel echt koers, als er weer iemand wegreed bij de groep moesten we met zijn allen vol aan.
Van de in totaal 550hm hadden we er inmiddels al behoorlijk wat gehad in de vorm van korte klimmen die met flink tempo genomen werden. Dit tot onvrede van Mark, die na iedere klim weer een gat moest dichtrijden. Er waren verder wel wat mensen uit het peloton gevallen, maar door hard werken zaten Bert en zelfs Judith er nog bij. Helaas de andere 2 dames in de top 3 ook, anders hadden we nog kunnen stunten.
De slotklim diende zich aan, maar bleek te bestaan uit niet heel steile stukken afgewisseld met vlakke stukken. Dit kwam de snelheid ten goede; er werd voorin snoeihard gereden. Bart zei later dat hij ontzettend hard moest werken om erbij te blijven. Ik verbaasde mezelf door er na alle inspanningen van deze week met relatief gemak aan te blijven hangen. Toen er ineens nog harder aangezet werd en we tot mijn verrassing na 95km al bij de finish waren (dus niet 98), stapte ik dan ook met een frisser gevoel van de fiets dan bij de vorige etappes. Niet slecht met het oog op de 20km tegen de wind in beulen die er 's middags nog aankwamen. Daan volgde op enige afstand. Hij had in een bocht een spectaculaire looping gemaakt nadat zijn band wegslipte, maar gelukkig was zowel hijzelf als zijn fiets nog heel.
Wie de etappe pakte weet ik niet; belangrijker was dat de hele top 10 van het klassement in de groep zat en dus dezelfde tijd kreeg. Inclusief mijn belager op 8s achter me, Florian. In de proloog had ik hem al met 46s verslagen, dus ik zag het behouden van mijn 5e plaats met vertrouwen tegemoet.
Het was nu een kwestie van eten, drinken en nog eens drinken. Het was heet in de zon (zie foto) en over ongeveer 2 uur moesten we nog een laatste keer presteren. Gezamenlijk reden we naar de start van de tijdrit.
Wordt vervolgd in deel 2!
Tschüß!
Aron (inmiddels beland in duitstalig Basel)