UT Triathlon 2010: net even anders

Ah, de maand mei. De lente begint pas echt goed, alles wordt groen, het weer wordt beter en op de tweede zondag is het moment daar: de opening van mijn triathlonseizoen bij de UT Triathlon in Enschede. Een teamtriathlon.

Een paar maanden geleden ontwaakte ik uit een lange winterslaap waarin ik op sportgebied vrij weinig deed. Inmiddels was ik weer aardig aan het trainen. Het niveau begon ook wel weer te komen. Het zwemmen voelde goed en in testjes begonnen de resultaten te komen. In de Ardennen bleek dat ik ook nog een beetje kon fietsen. En ik liep een 5km in 17:02, dat komt weer in de richting van PR’s. Het zag er dus goed uit qua vorm, en ook mijn drie teamgenoten van Aloha Banana (Piet van der Zwaag, Andries Koers, Martijn Keijsers) waren fit genoeg voor een goede wedstrijd.

De laatste week voor een wedstrijd staat in het teken van “taperen”. Je doet nog wat rustige trainingen om het gevoel vast te houden en het lichaam in beweging. Je eet veel, vooral de laatste paar dagen, om de glycogeenvoorraaden in je spieren maximaal aan te vullen voor de prestatie die komen gaat. En je rust veel uit. Zo verschijn je helemaal fit aan de start voor een topprestatie.

Maar niet bij deze wedstrijd! Voor mij niet, althans. Vorige week zondagavond besloot een niet nader bepaald organisme in mijn spijsvertering dat het daar vanaf nu de baas was. Een flinke buikgriep. Een dag lang kwam alles wat ik consumeerde er binnen no-time aan twee kanten van mijn lichaam uit. Vanaf dinsdag was dit verbeterd tot slechts een kant. Net iets comfortabeler, maar nog steeds totale malaise. Ik kon vrijwel niets eten. Pas vrijdag begon alles weer iets normaler te worden en kon ik voorzichtig een wat substantiëlere hoeveelheid witte bolletjes, vruchtenyoghurt en sinaasappelsap naar binnen werken. Maar de wedstrijd is al zondagochtend…

Niet starten? Wel starten? De huisarts vond het wel een goed idee als ik me maar goed voelde. Dus, dooreten maar en zondag zien waar het schip strandt. Deze wedstrijd werd net even anders.

Da morning

Om 10:09 mocht ik het strijdperk betreden voor een korte serie van 175m zwemmen, 7.4km fietsen en 2km lopen. Dat is kort, en je voelt je door de hoge intensiteit achteraf altijd slecht. Vorig jaar deed ik dit in 22:33. Waar zou mijn op miraculeuze wijze herstelde lichaam me vandaag brengen?

Het antwoord: alles ging net iets minder dan vorig jaar. Maar niet heel veel minder. De eerste wissel was zelfs wat sneller dan vorig jaar. Voor de rest had ik simpelweg minder power, het hield sneller op. Eindtijd 23:15, met de aantekening dat het lopen net iets langer was. Daar was ik heel tevreden mee. Het had tenslotte ook kunnen zijn “28 minuten en totaal geen fut” of “uitgestapt want ik ben nog echt niet aan sporten toe”.

De rest van het team had het ook bepaald niet onverdienstelijk gedaan:

13 Andries Koers 22:00

24 Martijn Keijsers 22:43

35 Aron van Ammers 23:15

53 Piet van der Zwaag 23:42

De tijden van alle teamdeelnemers worden in een grote cementmolen gegooid, per team aan elkaar geplakt en door midden gehakt en vervolgens uitgeserveerd naar grootte. Daaruit volgt een lijst die bepaalt hoe laat je ‘s middags mag starten voor de teamserie. De snelste zeven teams starten in de teamfinale, waar ze met het precieze tijdverschil tot hun voorganger van start gaan.

Het doel is natuurlijk om bij deze zeven teams te zitten, en net als vorig jaar was ons dit gelukt! Nipt, op de 7e plek. Slechts 5 seconden voor ons zou een Duits team starten, NRWTV, en 18 seconden voor ons het studententeam van Tritanium. Net als wij een studententeam zijn, hoewel we allemaal al lang en breed afgestudeerd en aan het werk zijn. De teams daarvoor zaten op twee minuten of meer, dus voor ons draaide de middag om deze “finale binnen de finale” van drie teams.

Da afternoon

Het plan was duidelijk: Piet zat met een knieblessure dus kon alleen bijdragen aan het zwemmen en fietsen. Hij zou hard op kop zwemmen en zo veel mogelijk werk doen op de fiets, waarna wij drieën het af zouden maken met lopen.Als we iets met de teams voor ons zouden willen doen, moest dat op de fiets gebeuren. Want aan de looptijden uit de ochtend te zien, waren wij daar totaal geen partij voor deze mannen.

En zo geschiedde. Het zwemmen ging goed, harder dan vorig jaar. Maar toen het fietsen. Een ploegentijdrit is leuker als je tot de sterkere fietsers in de groep behoort. Vorig jaar gold dat voor mij, maar met mijn buikgriepbenen zat er dit jaar weinig fut in. Het werd een kwestie van vastbijten in het wiel en niet meer loslaten. Helaas ontbeerden mijn bochten vandaag alle scherpte en techniek, waardoor ik na iedere bocht ook nog eens een gat dicht moest rijden. Andries Koers deed zijn naam weer eens eer aan en sleurde ons met lange, harde koppen uiteindelijk de “jongetjes” van NRWTV voorbij.

Rennen maar! Dit was een herhaling van zetten van vorig jaar, waarbij een paar personen van rol waren gewisseld. Wederom was Andries de sterkste loper, en dus degene die de zwakste loper ging duwen. Ja, dat kan, iemand duwen bij het hardlopen, en het werkt nog heel goed ook. Alleen was het deze keer ik die geduwd werd en Martijn die in zijn eigen tempo voorop liep. Quite special. Geduwd worden tijdens het lopen is aan de ene kant een privilege, continu voel je een stuwende kracht die je net iets meer laat doen dan je kunt. Maar zwaar is het ook. Continu loop je boven je macht en denk je “eigenlijk wil ik dit niet”. Normaliter zak je dan in, maar als je geduwd wordt, moet je wel doorlopen!

Helaas denderden de Duitse mannetjes vrij snel in moordend tempo voorbij. Gek genoeg kon ik dit moordende tempo eventjes makkelijk op eigen houtje bijhouden. Maar het was echt te snel. Uiteindelijk zouden ze bijna anderhalve minuut sneller lopen – inderdaad vormden wij daar geen partij.

De finish. Een eindsprint. Ontspanning. We hebben het hem weer geflikt, 7e in de UT Teamtriathlon. Tijd voor herstel. Ik geloof dat ik laatst ziek was?

Uitslagen op www.uttriathlon.nl.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *