Wat doe je als je jarenlang “nee” hebt geantwoord op de vraag of het niet eens tijd wordt voor wat langere triathlons, maar het nu toch ook wel een keer gaat kriebelen? Juist, dan schrijf je je in voor een halve, en dan gelijk maar een mooie: een potje klimmen en dalen op de fiets en de hardloopsschoenen in de Belgische Ardennen bij Eupen.
Hoe het zo is gekomen
Vaak heb ik de vraag moeten beantwoorden: “Heb je niet eens zin om een langere afstand te doen?” “Wil je ook ooit naar Hawaï?” Om meerdere redenen was mijn antwoord steeds “Nee, voorlopig niet”.
Ik had het idee dat het op de Olympische afstand nog een heel stuk harder moest kunnen. Dus waarom zou je dan iets anders gaan doen? Verder was mijn lichaam steeds maar weinig belastbaar. Als je voor de zoveelste keer blij moet zijn dat je weer net 10km kunt uitlopen in de wedstrijd, is het idee van trainen voor de 21k van een halve marathon een ver-van-mijn-bedshow. En daarnaast: is dat wel leuk dan, zo lang? Dan gaat het toch helemaal niet meer hard? Je moet je de hele wedstrijd inhouden om jezelf niet op te blazen.
De ommekeer
Zoveel redenen als er waren om niet aan de langere afstanden te beginnen, zoveel veranderingen waren er nodig om dat wel te willen. Allereerst lijkt een lange kwakkelperiode qua blessures sinds dit jaar echt voorbij. Ik kan weer flink trainingskilometers maken. En als je op de OD sneller wilt zijn, zul je ook meer moeten trainen, alleen zijn de aandachtspunten voor de halve net wat anders. En tenslotte, als je lid bent van een club waar zich dit jaar al 5 mensen hebben gekwalificeerd voor de “triathlon der triathlons” op Hawaï, dan enthousiasmeert dat toch wel een heel klein beetje.
Dus, zo kwam dat. Tot zover de serieuze bespiegelingen, tijd voor frivool geschetter over lang zwemmen, lang fietsen en lang lopen!
Lang voorbereiden
Een lange wedstrijd begint met een lange voorbereiding. Al min of meer dit hele seizoen stond 1 augustus op mijn netvlies. Dit seizoen deed ik de halve van Eupen, en ook wat andere wedstrijden. De trainingen moesten langer, en hoewel ik in vergelijking met echte langeafstandsatleten een trainingsschema hanteer waarvan zij zich waarschijnlijk afvragen of ik soms voor een 1/8 train, lukte dat best aardig.
Binnen De Dolfijn werd er ook toegeleefd naar deze wedstrijd, met 7 individuele deelnemers en 1 trio. Met de top 4 van het clubkampioenschap aan de start rees de vraag hoe de krachtsverhoudingen zouden zijn nu de langeafstandsbeesten meer op hun terrein waren. Zou Gosse Beerda hier als beste Dolfijner finishen? En zou Frank de Graaf zijn meerdere moeten erkennen in Jason van der Burgt?
Lang zwemmen
Bij Eupen ligt een stuwmeer, wat gebruikt wordt als drinkwaterreservoir. Althans, dat zeiden de bordjes, die ook meldden dat er niet in gezwommen mocht worden. Kennelijk was dat vandaag geen probleem, want via de steile helling tussen parc fermé en waterlijn glibberden een voor een de atleten naar beneden. Leuk als we die helling straks weer op mogen!
De zwemstart was zoals je die zou verwachten bij een grote wedstrijd: tumultueus. Er werd behoorlijk geramd om me heen, het voelde benauwd, en pas ongeveer op de helft voelde het comfortabel. De lengte viel mee, het was de beloofde 1.9km. En als je meestal 1.5km zwemt, is die 400m extra niet echt schokkend. Dus lang zwemmen? Och. Net wat je gewend bent waarschijnlijk. Bij het beklimmen van de helling naar het parc fermé zag ik dat Ivar Brinkman bij me in de groep zat en dat we een prima tijd zwommen. In het zwembad blijf ik hem voor maar in buitenwater gaan we dus gelijk op. Genoeg te leren nog.
Lang fietsen
80km door heuvelachtig terrein is wat meer dan het gemiddelde ritje naar de supermarkt. Vooral hier wilde ik me inhouden omdat ik geen idee had hoe ik moest doseren in zo’n lange wedstrijd. Beter wat minuten toegeven en redelijk beginnen aan het lopen dan als een slap poppetje van de fiets af rollen. Het streven was om mijn hartslag onder de 160 slagen per minuut te houden en iedere ronde een stevige energiereep naar binnen te werken.
Dat betekende concreet: ingehaald worden op de klimmen, en af en toe weer iemand terugpakken in de afdaling. Het was dan wel geen ritje naar de supermarkt, maar af en toe kon ik wel om me heen kijken naar het prettige Ardennenlandschap. Het voelde alsof het landschap aan me voorbij trok; ik moest er wel hard voor werken, maar nooit maximaal, dan was het tijd om in te houden. De 4 fietsrondes vlogen voorbij, met heel weinig verval.
Ik had nog geen idee waar ik in de wedstrijd lag. Na fietsronde 1 had ik Gosse naar boven zien komen waar ik afdaalde; die zat dus niet ver achter me. Ergens halverwege had een mij onbekende Belg in een bocht gestaan en geroepen “Aron, je ligt ongeveer vierdertientigste”. Of zoiets. Verbaasd dat hij mijn naam wist, kon ik verder weinig met deze informatie. Het had zowel 40, 30, 20 als 14 kunnen zijn. In ieder geval lag ik blijkbaar niet 100ste.
De lus langs de finish was iedere keer een feestje. Als bij een wedstrijd in België toch al gauw een stuk of 10 clubgenoten aan de kant staan, en sommigen zelfs puur om te komen kijken naar de Ardennen zijn gereden, dan is dat heel speciaal. Toen Bart Rijborz na de 3e ronde riep “gaat goed, top 10” draaide ik me om en riep “huh??” Dat lag niet in de lijn der verwachting. In de laatste fietsronde moest ik nog 3 man laten passeren om het juiste schema to houden, en hobbelde als 13e het parc fermé in.
Lang lopen
Het fietsen was gedaan, er stond nog geen 3 uur op de klok, nu kon ik los! Dat was althans hoe het voelde. Een voor een raapte ik de snelle fietsers op die me hadden ingehaald. Na loopronde 1 van 3 was ik doorgeschoven naar de 6e plaats! Toen bleek dat ook daar de kunst lag in het doseren. Waar de eerste ronde met vleugels in 26 minuten ging, bleek in de tweede ronde dat een halve marathon significant langer is dan 7 kilometer. Mijn tijden per kilometer liepen op, en daar konden ook 4 zakjes met Heel Zoet Spul niets meer aan doen. Met een mix van ellende over hoe lang ik nog moest, en een grote glimlach over mijn onbezonnenheid hobbelde ik door. En oh wat moest ik plassen, aan het einde van het fietsen al. Meerdere malen verwachtte ik dat Gosse nu toch wel eens voorbij zou komen. In mijn hoofd had ik de wedstrijd al weggegeven. Maar het gebeurde niet. Na 7km lekker rennen gevolgd door 14km ploeteren (rondes 29 en 31 min) kwam ik over de finish met meer pijn in mijn benen dan ik ooit had aan het einde van een wedstrijd. Effe zitten. Na een minuutje volgde Gosse; het had bijna niets gescheeld.
Napratend en genietend van alle lekkernijen die de organisatie ons gegund had, volgde ik met een half oog wie er verder nog binnenkwamen. Ik was kapot. Oja, ik moest naar de WC, laat ik dat nu maar eens gaan doen.
Lang herstellen
Na hard werken is het tijd voor ontspanning. “Al” na een goede week was de spierpijn grotendeels weg. Gelukkig geen blessures opgelopen, al leek het daar even op toen mijn rechtervoet 1 week na de wedstrijd de hele dag moord en brand schreeuwde. Maar ook dit wist mijn lichaam zelf op te lossen. Het blijft een wonderlijk ding.
Uiteindelijk was ik 7e in mijn eerste halve triathlon, in 4:20, op 14 minuten van winnaar Gerbert van den Biggelaar. Ik kan niet anders dan daar heel tevreden mee zijn. Het was zelfs genoeg om een groot groen briefje van 100 Belgische Euro’s toegestopt te krijgen, wat het een zo goed als budgetneutrale wedstrijd maakte. Plezant he!
Na een tijdje rust kan ik nu weer aan wat volgende wedstrijden denken. Misschien ben ik er in Apeldoorn weer bij, misschien in Spijkenisse. We zien het wel. De seizoenspiek is voorbij en was fantastisch!
Uitslag Triathlon Eupen
Naam | Z | #Z | F | #F | L | #L | Finish | |
1 | VAN DEN BIGGELAAR, Gerbert |
00:24:31 | 2 | 02:20:06 | 4 | 01:21:32 | 3 | 04:06:09 |
2 | DE WEERDT, Koen |
00:25:12 | 3 | 02:17:50 | 2 | 01:23:42 | 6 | 04:06:44 |
3 | HUYBERECHTS, Nico |
00:29:41 | 51 | 02:17:11 | 1 | 01:20:34 | 2 | 04:07:26 |
4 | GYDE, Sam | 00:29:39 | 50 | 02:22:48 | 9 | 01:21:32 | 4 | 04:13:59 |
5 | LAUREYNS, peter |
00:26:57 | 8 | 02:21:28 | 6 | 01:28:04 | 16 | 04:16:29 |
6 | LANSZWEERT, Stefaan |
00:28:57 | 39 | 02:25:22 | 14 | 01:26:01 | 10 | 04:20:20 |
7 | VAN AMMERS, Aron |
00:27:44 | 16 | 02:26:39 | 16 | 01:26:25 | 14 | 04:20:48 |
8 | HUYBERECHTS, Dirk |
00:27:37 | 10 | 0 | 03:53:39 | 278 | 04:21:16 | |
9 | POTTIEZ, JESSY |
00:28:25 | 24 | 02:29:40 | 24 | 01:23:27 | 5 | 04:21:32 |
10 | BEERDA, Gosse | 00:28:13 | 20 | 02:27:39 | 18 | 01:26:12 | 12 | 04:22:04 |
Volledige uitslag op de website van Triathlon Eupen.
One thought on “Halve in Eupen: hoe langer, hoe leuker?”