KM 0
Een stuk of twintig pezige mannetjes staan zenuwachtig onder een startboog. Daarachter nog honderden mensen, maar die gaan we tot de finish niet meer zien. Pang! We zijn weg. Ik ga vandaag 10 kilometer binnen 35 minuten lopen.
KM 1 – 3:12 / 3:12
Tempo hoog, en het voelt makkelijk. Zo hoort dat, in de eerste kilometers. Voorop loopt iemand die bij iedere stap zijn voeten tegen zijn kont lijkt te willen gooien, zo hoog. Het ziet er niet efficiënt uit, maar dat zal het waarschijnlijk wel zijn, hij loopt tenslotte voorop.
KM 2 – 3:26 / 6:38
Een groepje van drie maakt zich los. Daarachter mijn groep. Ik loop er vrij makkelijk uit weg. Verstandig met die wind in het open veld straks? We zien het wel.
KM 3 – 3:29 / 10:07
Een stukje onverhard. Voor me het groepje van 3, achter me? Dat weet ik niet. De kilometertijden lopen me iets te snel op, maar het kan nog goed.
KM 4 – 3:39 / 13:46
Tegenwind! Het tempo valt wat terug. In de verte valt het groepje van drie uit elkaar. Direct voor me loopt een lichtblauw shirt op een seconde of 20. Voorlopig maar even mijn eigen tempo goed houden voordat ik denk aan inhalen.
KM 5 – 3:42 / 17:28
Net onder de 17:30 door. Binnen de 35 gaat heel lastig worden. Een stukje langs de dijk, en dan een keerpunt. Hee, dat blauwe shirt voor me is Jan-Roelf! Inhalen die jongen!
KM 6 – 3:41 / 21:09
Seconde voor seconde kom ik dichterbij. Dan ben ik naast hem. Het gaat hard genoeg om hem bij te halen, maar niet hard genoeg om er met machtsvertoon overheen te walsen. Voorlopig maar even met zijn tweeën oplopen dus.
KM 7 – 3:30 / 24:39
Voor het IJsselhotel langs. Publiek, dweilorkest, goesting!
KM 8 – 3:28 / 28:07
Het uur van de waarheid. Met 28:07 kun je nog heel dicht bij een eindtijd van 35:00 komen, maar de ervaring leert dat twee slotkilometers van < 3:30 toch wel erg straf zijn. En we moeten de brug nog over. Die 35 zit er vandaag dus nog niet in.
KM 9 – 31:52 / 3:45
We gaan rustig de brug op. Het voelt bijna als uitlopen. Geen van ons beiden heeft zin om risico te nemen, we gaan strijden om die derde plaats. Het wordt een wielerkoers. Het is nog net niet zo dat we elkaar gaan aankijken en door het peloton worden gepasseerd.
KM 10 – 35:12 / 3:20
Nog 500m. Ik zet wat aan. JR zet wat aan. Testen.
400m. Weer een kleine versnelling. Ik hoor wat vermoeide geluiden. Is het beste bij hem eraf?
300m. En weer zetten we aan. Ik blijf in zijn zog, we gaan zo de hoek om naar de finish en dan zullen we het wel zien.
200m. We draaien de Brink op. The croud goes wild, zo spannend hadden ze het vandaag nog niet gezien.
We sprinten. Ik kom er geen centimeter dichterbij. Oh ja, nu weet ik het weer, ik kan helemaal niet sprinten.
De rest is geschiedenis:
En zo liepen twee triatleten net niet de tijd die ze allebei graag wilden, maar er wel heel dicht bij. 35:12 is gewoon hard, en binnenkort gaat die 34er er toch echt een keer komen.
Tijd voor spierpijn en blaarherstel! (volgende keer wel weer binnenzooltjes in mijn schoenen).