Voor wie niet in Nederland zat of de hele dag binnen met airco: op 18 augustus 2012 was het warm. Erg warm. De organisatie van de Triathlon Veenendaal waarschuwde bezoekers vooraf zich vooral “niet overmatig in te spannen”. Een boodschap die bij mij als deelnemer een lichte grinnik teweegbracht: wat moest er dan van ons deelnemers verwacht worden, klaar voor een inspanning die zelfs bij koel weer als “overmatig” getypeerd kan worden?
Ook vanwege die hitte werd er vandaag zonder wetsuit gezwommen. Zwemmen in buitenwater zonder wetsuit en ik, we zouden nooit vrienden worden, dacht ik. Iedere wedstrijd die ik tot nu toe zonder wetsuit zwom, was een deceptie volgens dezelfde formule: met minuten achterstand op de rest van het veld op de fiets stappen en roemloos solo de wedstrijd afmaken.
Maar sportprestaties zijn voor een belangrijk deel een mentale kwestie. Van fantaseren over hoe slecht het resultaat zal worden, wordt het zeker niet beter. Dus ik focuste op wat ik nu wel kon doen, in plaats van op wat ik in het verleden niet heb gedaan of wat in de toekomst zou kunnen mislukken. Alle negatieve herinneringen zette ik in de mentale ijskast (die ook bij deze temperaturen prima functioneerde) en ik liet alleen nog beelden toe van krachtige zwemslagen, mooie zwemtijden en goede fietsgroepen.
En dat werkte! Of er werkte iets anders; in ieder geval ging het zwemmen goed. Na de ponton-start – net als op teevee! – peddelde ik lekker door, beet mijn tanden in een groep en liet die niet meer los tot we het water uit waren.
Bij de wissel zag ik Andries Koers (bij wie ik al het hele jaar in de fietsgroep probeer te komen, en die bij het Rondje Eilanden – ook zonder wetsuit – nog rondjes om me heen zwom) en Jan-Roelf Heerssema (semi-prof die op de fiets dingen kan die ik nog weinig andere triatleten heb zien doen). Ik wist dat het fietsen mooi ging worden. Eindelijk. Dit werd de goede fietsgroep waar ik het hele seizoen al van droom.
We werkten goed samen en raapten het ene na het andere groepje op. Een vierde hardfietser reed vaak als een idioot weg, maar als hij dan kopwerk voor de groep deed, deed hij dat ook lang en goed. Die vierde man bleek later Sjoerd Botter, een wielrenner die volgens zijn website jarenlang serieus heeft meegedraaid bij de beloften. Dat verklaart enigszins waarom hij zo graag wilde en kon tijdens het fietsen: dit was zijn onderdeel.
De doorkomsten in het professioneel ogende stadion waren machtig mooi. Het was net of ik meedeed aan het Nederlands Kampioenschap. Wacht even, ik deed mee aan het NK!
Tot het einde voelde het fietsen goed. Ik moest af en toe even aanpoten en goed opletten om voor in de groep te zitten bij de bochten, maar verder was het erg goed te doen. Na een fietstijd van 1 minuut sneller dan de rest van het veld wisselden we met slechts drie minuten achterstand op de kop van de wedstrijd. Zo goed heb ik er nog nooit bij gezeten.
Ik voelde me al bijna Nederlands Kampioen. Tot ik mijn loopschoenen aantrok….
Na een prima wissel voelde ik dat ik geen enkele power meer had om te lopen. Rustig beginnen maar dan, en hopen dat het ergens weer op hardlopen zou gaan lijken. Af en toe verscheen er een glimp daarvan, vooral als er iemand hard voorbij denderde en ik heel even probeerde aan te pikken. Maar het bleef vooral ploeteren. Lijden. 45 minuten lang. Ver onder het niveau wat ik normaal heb. Dat is jammer, en doet na zo’n goed begin wel een beetje pijn.
Maar de belevenis van dat goede begin maakte die korte lijdensweg eigenlijk al goed. En de teamprestatie helemaal: Gosse, Wilbert en Ivar finishten allemaal kort achter mij, waardoor we als team vandaag 10e waren. Ruimschoots de beste klassering van het seizoen. Ook schuift team De Dolfijn daarmee van de 15e naar een comfortabele 13e plaats in het klassement.
Rest de vraag: waarom ging dat lopen nou zo slecht? Warmte? Vochttekort? Had ik toch moeten luisteren naar de organisatie en me op de fiets niet overmatig moeten inspannen? Of wel het energiegelletje moet nemen wat nu nog onaangeroerd op mijn fiets zat gebonden? Ik moet er nog achter komen. Er is altijd iets te leren. Op deze dag heb ik geleerd dat het wél kan: met mijn zwem- en fietsniveau naar voren rijden en top 20 eindigen op het NK. Dat deed Jan-Roelf namelijk: met een prima 37’er liep hij naar de 16e plaats. Chapeau. Volgend jaar ik ook 🙂
Uitslagen op de site van Triathlon Veenendaal
Een overmatige inspanning als deze verdient een toetje. Wat zeg ik, twee toetjes!
- Een spreadsheet met alle tussentijden, met een kleurtje voor de fietsgroepen. Geniet ervan, cijferliefhebbers!
- Een filmpje van de echt snelle mannen van Team4Talent (inclusief een bewegende versie van de zwemstart!).
Foto’s met dank aan Christie Brouwer en Mi-Sook van den Bosch.