Indeland Triathlon: omweg door de kolenkuil

Het was een mooie zaterdagmiddag in juni. Drie enthousiaste triatleten denderden in een ruime Peugeot naar het zuiden van Nederland, om een stukje de grens over te steken. Eschweiler, Duitsland. Daar bevindt zich Hotel Mafiosi, het etablissement met de meest ongelukkig gekozen naam wat ik ken. Maar ze blijken er fantastische pasta te serveren.

De drie triatleten, allen voorzien van een fiets die er uit ziet alsof je er hard mee kan en dito helm, kwamen niet zonder reden. Ivar Brinkman, Jeffrey van Horn en Aron van Ammers gingen starten in de Indeland Triathlon, en wel op de Mitteldistanz: 1.9km zwemmen, 80km fietsen, 20km lopen.

Het parcours was te lang om bij aankomst nog geheel te rijden, maar een stukje hebben we wel gezien op de fiets. Zeker was dat er hier wind stond. Nee, Wind, met een hoofdletter W. Met gemak kregen we de teller boven de 50, en op de terugweg maar weer met moeite richting de 30. Dat wordt hard werken morgen.

Das Schwimmen

Na een ietwat onrustige nacht en een heerlijk Mafiosi-ontbijt kon ik er echt niet meer aan ontkomen. Maanden van (nooit geheel optimale) voorbereiding gingen omgezet worden in actie. Een man of 300 verzamelde zich aan de Blausteinsee, waarvan het water gelukkig al een graadje of 20 was. Één zorg minder voor deze koukleum.

Und jetzt geht’s los! Ik kwam vrij aardig weg met zwemmen, en lag tot de eerste boei steeds bij mensen in de buurt. Er werd 1 ronde gezwommen, in een soort driehoek. Toen we de bocht om waren werd er iets duidelijk over de wind: die hadden we tot nu toe mee gehad. Na de bocht spoelden we namelijk iedere twee slagen een stukje opzij door een golf. Even aanpassen en dan gaat het wel.

Bij de derde boei aangekomen een snelle blik op mijn horloge: 15 nog wat. Prima, ik hoopte net onder het half uur uit te komen. De laatste loodjes wogen echter ook in dit geval het zwaarst. De wind vol tegen, en daarmee de golven. Ploeteren tot de kant. Na 30:51 begon ik aan de wissel.

Stukje rennen, snel mijn wetsuit uit en door. In het langgerekte parc fermé trof ik eerst Ivar en toen Marijke (Zeekant), bij wie ik meestal in de buurt uitkom qua zwemmen. Mooi, mijn zwemmen is dus niet zo slecht als het de afgelopen tijd leek.

In wat later bleek de 3e wisseltijd denderde ik het parc fermé weer uit. Auf ‘s Rad!

Das Radfahren

Het land rond de Inde, het Indeland dus, is een ietwat glooiende collectie akkerlanden met hier en daar een boom. In het midden van het Indeland bevindt zich een fraai staaltje Duitse industrialisatie: een energiecentrale van – hoofdsponsor van de triathlon – RWE Energie, naast een bruinkoolwinningsgebied. De schoorstenen en rookpluimen zijn uit de verre verte waar te nemen. Daar mochten we twee rondjes omheen.

Voortvarend begon ik op het stuk wind mee waar we gisteren zo hard hadden gereden. Het ging nu nog een stuk harder. Ik heb 64 op mijn teller zien staan. Gaaf! Gestaag haalde ik wat mensen in. Na dit lange rechte stuk volgde een mooi stukje slingeren door een paar dorpjes. Het deed denken aan het fietsen in Stein, mijn oorspronkelijke plan voor vandaag.

De wind bleef maar in onze rug blazen, zo leek het. Na 28 minuten stond er 20km op de teller. Onwaarschijnlijk hard. Maar wanneer gaan we hem dan tegen krijgen? Eerst volgde nog de klim voor het bergklassement: de enige echte klim in het parcours, waar aparte tijdwaarneming voor werd gedaan (die ik overigens nog niet op de website terug heb kunnen vinden). Een fietser die ik een paar minuten geleden had ingehaald, kwam met een straf tempo voorbij; blijkbaar had hij er zijn zinnen op gezet. Na de klim haalde ik hem eenvoudig weer in.

Het fietsparcours was bijzonder goed afgezet. Inmiddels beland in het laatste stuk van het parcours, waar inderdaad de wind vol tegen was en de statistieken tot meer normale proporties terugblies, verwonderde ik me erover dat iedere zijweg, hoe klein ook, minstens was voorzien van een aantal oranje pilonnen en meestal van een vrijwilliger. Bij iedere bocht stond iemand die je de goede kant uit wees, en dan heb ik het over de pijlen op de grond nog niet eens gehad. Deutsche Grundlichkeit.

Das Umweg

Edoch. Men zegt wel dat een triatleet in een wedstrijd een IQ van 80 heeft. In ieder geval is dat waar je als organisatie rekening mee moet houden. Voor mij gold dat zeker! Aangekomen bij alweer zo’n voortreffelijk afgezette T-splitsing, zag ik aan de linkerkant van alles staan: pilonnen, auto’s, wat mensen. Rechts was de weg vrij. Overduidelijk, hier moest ik naar rechts. Een ietwat twijfelachtig uitgesproken “Hallo?” door de vrijwilliger maakte nog wel dat ik achterom keek. De fietser die me op de klim voorbij was gestampt, ging ook naar rechts. Mooi, ik zit goed. Knallen maar! Want alweer zo’n mooi recht stuk met wind mee. Zijn we het stuk wind tegen alweer voorbij?

Af en toe was het kolenontginningsgebied vanaf de weg te zien geweest. Nu werd het helemaal duidelijk, we zaten er middenin. Links een soort grote lopende band met daarachter een gapende, kaalgeschraapte vlakte. Leuk, dacht ik nog, RWE als sponsor laat ons over zijn terrein fietsen. Wat trucks kwamen ons tegemoet en toeterden. Dank u voor deze aanmoediging! De weg ging er wel steeds wat minder geciviliseerd uit zien. Het asfalt was goed, maar de belijning ontbrak. En geen vrijwilliger meer te zien.

Vervolgens een kleine afdaling en een klim. Aha! Dit moet kloppen. Vooraf hadden we het hoogteprofiel van het parcours bestudeerd, en daar zat een soort V in: eerst steil dalen en dan steil klimmen. Dat zal dit dan wel zijn he? De klim was inderdaad steil en zag er nog iets minder begaanbaar uit dan de eerdere weg. De weg was stoffig, nog meer installaties, nog steeds geen vrijwilligers. Mijn achtervolger schreeuwt: “bist du sicher das daß recht ist?” -“Nein!” Das weiß ich nicht… nog even verzette mijn getergde lichaam zich tegen het idee dat de maanden voorbereiding en het uitzicht op een plek voorin het klassement niet verloren waren, door dom door te klimmen. Maar nee, het was duidelijk: we zaten hier verkeerd. Scheiße!

Naderhand heb ik geprobeerd te achterhalen waar hoe we nou verkeerd zijn gereden. En dat bleek nog niet makkelijk! Google Maps toont fraaie satellietbeelden van het afgeschraapte landschap, maar na lange hoofdbrekens kwam ik er toch echt niet uit waar je rechtsaf kon gaan, een lange rechte weg op met wind mee. Uiteindelijk bood een recentere satellietfoto op TerraServer uitkomst: het hele gebied ligt er tegenwoordig heel anders bij, inclusief de wegen. Ook deze foto op Flickr was een feest van herkenning. Hier reed ik!

Het moet iets meer dan 5 kilometer om geweest zijn. Het terugrijden tot de T-splitsing met vol wind tegen was een hel. Het aanzicht van de fietsers die net nog 10 minuten achter me zaten, maar nu in rap tempo aan kwamen rijden en wel de goede afslag namen, een kwelling. En de vrijwilliger die ook iets harder had kunnen roepen, of in ieder geval de fietser achter me erop had kunnen attenderen dat hij verkeerd reed, kon ook niet op een vrolijke blik van mij rekenen.

Maar daar bleef het bij qua chagrijn. Dit werd nu een andere wedstrijd. Ik was niet naar Duitsland gereden om uit te stappen na een foutje. Dit is pas mijn tweede halve triathlon, er komt zo nog een looponderdeel, alleen voor de ervaring is het al goed als ik hem afmaak. Dus rijden maar weer. Tegen het einde van het fietsen trof ik Ivar, en vlak voor het parc fermé ook Jeffrey. Na wederom een snelle wissel, nu zelfs de 2e overall (elastieken veters helpen!), kon ik door voor het slotonderdeel.

Das Laufen

Waar ik op de fiets het meest in mijn element ben, doet Jeffrey bij het lopen traditioneel een inhaalrace. Ik was benieuwd hoe lang ik met hem mee kon lopen. Na de wissel was hij al gauw weer bij, en man wat een tempo hield hij erop na. Eventjes kon ik bijblijven en mijn verhaal over het verkeerd rijden uit de doeken doen, maar langzaam liep hij bij me weg. Doseren was voor mij het devies: bij mijn eerste halve in Eupen vorig jaar was halverwege het lopen het kaarsje uitgegaan, en werd het ploeteren tot de finish.

De eerste twee ronden van 5km liepen soepel. Na het inhalen van veel langzamere mensen trof ik een jongen die ongeveer mijn tempo liep. Even in de luwte lopen, dan weer op kop. Afwisselend liepen we zo een tijdje op. Maar bij een licht steigend stuk moest ik afhaken: er zat geen fut meer in om hard omhoog te lopen.

Iets rustiger dan maar. En nog iets. En nog iets. Hetzelfde patroon als in Eupen ontvouwde zich: na een flink stuk een lekker gelopen te hebben, zat er nu niet meer dan een sukkeldrafje in. Hier toonde zich waarschijnlijk het gebrek aan loopkilometers. En de wetenschap dat ik een stuk was omgereden, werkte niet motiverend om de pijn te verbijten. Maar finishen zou ik.

Na een derde en een vierde loopronde die respectievelijk 3 en 6 minuten langzamer gingen dan de tweede, was het moment dan eindelijk daar. Klaar. Als je al 10 kilometer met tegenzin en pijn in je benen loopt zonder dat je echt lekker vooruitkomt, is dat heel fijn.

Die Reflexion

Na alle omzwervingen werd ik 17e overall in 4:25:11, zo’n 35 minuten achter de winnaar. Het juiste fietsparcours volgen zou geholpen hebben, maar zo kapot gaan bij het lopen helpt niet bij een goede eindtijd. Er moet dus echt meer gelopen worden.

Aan de positieve kant: mijn wissels waren snel, het zwemmen viel lang niet tegen, en het belangrijkste: geen blessures opgelopen. Mooi, want het seizoen is nog lang. Op naar Nieuwe Niedorp, Apeldoorn en misschien nog wel een halve…?

Alle uitslagen op de website van de Indeland Triathlon.

One thought on “Indeland Triathlon: omweg door de kolenkuil

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *