TDFO etappe 3: een tochtje langs het meer

Na de ploegentijdrit volgde nog een relatief korte etappe: 60km, relatief vlak, finish na een korte klim aan het eind. Vanaf het begin was te merken dat niemand echt veel zin had om hard te rijden.

Het tempo lag laag. Een beetje freewheelen. Zo zagen we ook wat van de omgeving. Het uitzicht op het Lac de Neuchatel was niet verkeerd.

Mark had deze etappe uitgekozen om revanche te nemen op zijn tijdstraf van gisteren. Vroeg in de koers zou hij wegrijden, de tussensprint pakken en de etappe winnen. Gezien het tempo in het peloton maakte hij een goede kans. De winnaar van gisteren, die Villy bleek te heten, deed eerst een ontsnappingspoging. Mark ging erachteraan en de rest van het peloton vertoonde geen aanstalten om er iets aan te doen. Ze mochten gaan. Af en toe zagen we heel in de verte nog een gele stip die Mark moest zijn, en dat was het dan.

Voor het verdedigen van de gele trui was dit natuurlijk niet gunstig. In de koers heb je de cijfers nooit 100% paraat, maar zeker was dat Villy niet meer dan een paar minuten achter mij stond, en daarmee achter de eerdere klassementsleiders Philip en Anton, en kort daarachter Wouter. We zouden dus allemaal moeten rijden om te zorgen dat Villy niet vele minuten pakte, en daarmee het geel. Maar niemand nam het initiatief.

Ik zag het ook niet zo zitten om de gele trui nog voordat ik hem had gedragen (tussen de etappes in was er niet van kleding gewisseld) al weer af te geven. Maar mijn benen begonnen ook iedere kilometer minder te voelen. Geen zin om me leeg te gaan rijden, en de verschillen met wat volgens mij de echte kleppers zijn, blijven sowieso hetzelfde. En daarnaast: aan het einde volgde nog een klim, en je weet niet wat er in de tussentijd gebeurt.

Toen er eindelijk wat actie kwam, na wat korte ontsnappingspogingen van verschillende mensen, volgde er een gelukje: op een splitsing stond Villy te wachten. Hij had getwijfeld over de route, en wachtte liever op ons. Mark had de sprintpunten gepakt en was hem voorbij gereden. Voor zover het al niet een ontspannen ritje was, werd dat het nu wel: nu dreigde er echt geen gevaar meer.

Bij het dorpje Bevaix was het linksaf omhoog richting La Rouveraix, ons pension. Er was me wel iets verteld over de steilheid van de klim. Eerst 600 meter steil klimmen, dan 2km glooiend tot de finish. Welnu. Die 600 meter waren steil. En daar had ik nou net geen puf meer voor. Maar wat moet je dan…

Dus daar gingen we. Philip zette hard aan. Wouter kon makkelijk met hem mee. Een derde man in blauw shirt van wie ons de smalle klimkuiten al eerder in de rit waren opgevallen, volgde. En toen ik. Anton kon niet mee, dus dat was in ieder geval één iemand op wie ik seconden ging pakken. Jeetje, wat was dit zwaar. In eerste instantie hield ik het tempo bij, maar ik moest een gaatje laten vallen. Het gaatje werd een meter of 20. Zonde, moet ik hier toch gaan lossen?

Gelukkig toonde zich daar het einde van het steile stuk, en kon Philip zijn hoge tempo niet meer volhouden. Wouter hield het rustig tot ik erbij was, en met zijn vieren begonnen we op hoog tempo aan het glooiende laatste stuk. Het ergste leed was nu geleden, leek het.

Philip is de organisator van deze wedstrijd, hij geeft de briefings, hij kent alle parcoursen uit zijn hoofd. De regel is dus: volg Philip als je de weg niet weet. Dus als Philip bij het pad naar een boerderij, wat er absoluut niet uitziet als een finish, zegt dat we hier links moeten, dan ga je links.

Helaas was er links echt niets meer dan een boerderij. We zitten hier fout! Meer dan 30 meter was het niet, maar omkeren, opnieuw in je pedalen klikken en weer aanzetten duurde een eeuwigheid. De achtervolgende groepen, met ook geletruibedreiger Anton, waren al voorbij onze afslag.

Wouter had eindelijk een goede reden om los te gaan, en reed iedereen op straf tempo voorbij. Op mijn tandvlees volgde ik, reed Anton voorbij en liet Philip op afstand. Met een gezicht wat er niet mooi uitgezien kan hebben, kwam ik over de finish en was op. Oh ja, zo voelde dat als je jezelf echt helemaal leeggereden hebt. Toch nog vijfde op de etappe, en een paar seconden uitgelopen in het klassement.

Aan de finish stond Mark triomfantelijk klaar. 15 seconden voor Wouter was hij na zijn solorit van 30km over de meet gekomen. 15 seconden! I love it when a plan comes together.

En nu zitten we hier, rustig, in een pension in de heuvels. Vogeltjes kwetteren, koeien laten hun bellen klingelen. Heel anders dan net iets te hard over asfaltwegen scheuren.

Het leukste van met deze groep wielrenners aan tafel zitten, is misschien wel dat je ze eindelijk een keer zonder helm ziet. Op de fiets krijg je een beeld van iemand (vaak zijn kuiten), maar dat beeld is nogal beperkt. Nu ze hier in hun normale kloffie rondlopen denk je: was jij nou die kerel bij wie ik zat te sterven in het wiel? Of die ik hard voorbij reed in de klim?

Het is 21:30, en verstandige atleten gaan nu slapen als ze morgen een superzware etappe van 125km met 4 flinke klimmen gaan rijden. Hoewel ik mezelf niet altijd tot die groep reken, zal het voor mij ook niet lang meer duren tot ik mijn bed in duik.

A demain!

Hier nog de laatste uitslagen en standen.

image

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *