Happiness is only real when shared

Happiness. Don’t we all want to experience it? Sometimes you just find it. Or it finds you. I just found 100 minutes of it while running through the beautiful city of Amsterdam on a summer-turning-autumn evening.

As it turned out, the city was full of beautiful pictures. That didn’t help the constance of my training, because the pictures asked me to stop often and take some of them home.

Pondering whether I should share this, I thought of two quotes.

Maybe I shouldn’t share it:

There is something curiously boring about other people’s happiness ~ Aldous Huxley

But then maybe I should:

Happiness is only real when shared ~ Christopher McCandless (Into the wild)

The second one won. I hope some of the happiness finds its way to you.

Continue reading

Zes tips voor hardlopen zonder blessures – met gegarandeerd één nieuwe

Het begon als een klein pijntje. Het trok weer weg. Het kwam terug. Het werd erger. Het kwam vaker. Het is niet langer te ontkennen: je bent geblesseerd! Shin splints. Achillespeesontsteking. Lopersknie. Stressfractuur. Slijmbeursontsteking. Noem ze maar op, de fanatieke hardloper kent ze helaas allemaal. Hardlopen is een blessuregevoelige sport, veel meer dan die andere fijne onderdelen van de triathlon, zwemmen en fietsen.

Wat doe je eraan, en hoe voorkom je dat het weer gebeurt? Ik heb geen enkele medische achtergrond, maar ben uitgebreid ervaringsdeskundige op het gebied van blessures krijgen. En gelukkig ook in het ze weer overwinnen. Inmiddels loop ik al een paar jaar blessurevrij, en ik denk dat dat voor een belangrijk gedeelte komt door een aantal principes die ik met leuke en minder leuke ervaringen heb opgedaan. Dus het is tijd voor “sharing the love”.

Ik durf de belofte aan te gaan dat hier minimaal één tip bij zit die je nog niet kende. Zit er echt niets nieuws voor je bij, plaats dan een reactie, dan plaats ik een nieuwe tip. Een artikel met garantie.

Continue reading

IJsselloop 10k: de jacht gaat door

De volgende stop op weg naar een nieuw PR op de 10km lopen was de IJsselloop in mijn tweede thuisstad Deventer. Vorig jaar startte (en finishte) ik daar op de 5k. Dat ging toen niet verkeerd (in 17:02), dus het was tijd voor de dubbele afstand. Deze keer maakten we er een dagje van: supportende (schoon-)ouders en meelopende zusjes en vrienden werden opgetrommeld om eerst te rennen (dan wel “hup” te roepen) om vervolgens volgestopt te worden met allerlei voedzame en hopelijk smakelijke producten uit eigen keuken.

Maar eerst dat rennen dus. Sinds de 8k bij de Midwintermarathon waren mijn trainingen niet optimaal geweest (zijn ze dat ooit?). Met mijn niveau van toen zou ik 35:30 moeten kunnen lopen, maar de praktijk in de vorm van de dag is altijd nog wat anders dan een rekensom op papier. Vooral het belangrijkste trainingsonderdeel “rust” was de afgelopen tijd onderbelicht geweest. De laatste week was een stuk beter wat dat betreft, en uiteindelijk weegt die wel het zwaarst.

Maar waar je dan je verwachtingen op moet instellen? Ik durfde enige ambitie te koesteren en stelde me mijn mogelijke gevoel na de wedstrijd zo voor:

  • Onder de 38: mwoh.
  • Onder de 37: yeah!
  • Onder de 36: YEAHH!
  • Onder de 35: YEEEEHAAAA!!

Knallen maar

Een plekje vlak achter het startlint was gauw bemachtigd. En daar ging het los. 2 man maakten zich direct los van de rest, en daarachter vormde zich een groepje. Rustig beginnen is het devies, en zo voelde het ook. Toch stond er 3:10 bij het 1km-bordje. Hard gestart of te kort afgemeten? Na 2km zat ik voorin de groep, en na 3km (nog net onder de 10 min) zag ik alleen nog in de verte de 2 snelle mannen. Achter mij hoorde ik 1 paar voetstappen. Helemaal alleen lopen is niet handig, dus dan toch maar even inhouden om af en toe achter deze man te kunnen lopen.

We wisselden wat woorden, zijn doel was onder de 36 te lopen, en mij leek dat uiteraard ook prima. Ontspannen lopend liep ik toch iets bij hem weg, dus dan maar alleen. Wind stond er toch niet echt.

Bij de doorkomst op de 5 ging alles nog heel makkelijk en stond er 16:56. Sneller dan mijn eindtijd op de 5 vorig jaar. Wederom de vraag: hard gestart, of staan de bordjes te vroeg? Kilometer 6 ging ineens in 4:10 zonder dat het veel trager voelde, dus het lijkt op dat laatste.

Even doorbijten


Aron lijdt pijn

Vanaf toen begon het allemaal wat zwaarder te voelen. Mijn achtervolger hield kranig stand, zijn voetstappen bleven te horen. Bovendien werd overal waar ik kwam ene “Martijn” aangemoedigd, dus ver kon hij niet zijn. Maar omkijken doe je niet in een wedstrijd.

Voor het IJsselhotel langs kregen we als lopers een leuke opsteker van enthousiast publiek en een vrolijke dweilband. Mijn kilometertijden bleven rond de 3:35, het leek er dus steeds meer op dat het iets tussen de 35 en 36 ging worden, en dat ik het misschien nog een derde plek kon gaan noemen ook. Een brede glimlach was niet meer te onderdrukken.


Achtervolger Martijn zit er nog fris bij

Maar toen die tweede brug nog. De verkeersbrug over de IJssel is een niet al te steil, maar wel lang stuk omhoog. Daarna is het alleen nog afdalen en eindsprinten. De voetstappen achter me bleven hoorbaar, maar zichtbaar werden ze nog steeds niet. Doorbijten, en op tijd het eindschot inzetten was het devies.


Blij aan de finish

Ik denderde met zevenmijlspassen de brug af, ploegde het kleine stukje langs de Bergkerk omhoog, snel het hoekje om het kleine straatje naar de Brink in, en zowaar, daar was het plein en de finish. De speaker riep: “En daar is op de derde plaats Aron van Ammers… uit….. Deventer?”. En hij maar denken dat hij de deelnemerslijsten goed gescand had op lokale kanshebbers. Dat krijg je als een deelnemer uit Amsterdam zich inschrijft met een adres in Deventer. Even later kwam achtervolger Martijn binnen die me feliciteerde, en ik hem, want we hadden beiden ons doel van onder de 36 lopen dubbel en dwars gehaald. 35:20 zei de klok. YEAHH!!

Hoera, een prijs!

Vlot na de finish (waarvoor hulde) was er zowaar een prijsuitreiking. Mijn best-of-the-rest-tijd was goed voor een beker en vijfentwintig harde euroos. Die me overhandigd werden door, zo meldde de speaker, “mijn eigen wethouder”. Nog nooit was ik zo vereerd! Een wethouder van Amsterdam die op de fiets naar Deventer was getogen om mij een prijs te overhandigen… of zou het anders zijn?


Gefeliciteerd door “mijn eigen wethouder”

Bijna compleet podium

De zoete inval achteraf

De andere lopers en supporters hadden ook genoten van de wedstrijd (en het lekkere weer), en ook bij hen vielen de prestaties niet tegen. De schier eindeloze voorraad brownies, appel-perenflan (flèn) en pastasalade achteraf ging er dan ook in als koek.

35:20. Nog 15 seconden van het felbegeerde PR uit 2003, en nog een minuut of wat af van al mijn stiekeme loopambities. En alles aan mijn lichaam functioneert nog prima. The future looks bright!

Meer: